Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide [32]haar schoonmoeder tot haar: Waar hebt gij heden opgelezen, en waar hebt gij [33]gewrocht? [34]Gezegend zij, die u [35]gekend heeft! En zij verhaalde haar schoonmoeder, bij wien zij gewrocht had, en zeide: De naam des mans, bij welken ik heden gewrocht heb, is Boaz. 32. Naomi tot Ruth. 33. Hebreeuws, gedaan; te weten, uw werk. Alzo Matth.20:12. Deze laatsten hebben een ure gedaan, te weten, werk, dat is, gearbeid, gewrocht. Alzo in vs.20. Zie wijders Spreuk.31:13. 34. Gelijk vs.20. 35. Zie boven, vs.10.